Op vakantie sprak ik per toeval een aantal ouders over hun begaafde kinderen. Ze hadden hele tochten door het basisonderwijs gemaakt in de hoop dat hun kind op de ene school beter zou functioneren en blijer zou zijn dan op de vorige school. Soms hadden kinderen al op 4 scholen gezeten voordat ze naar het VO gingen.
Ook onze eigen zoon (binnenkort gaat hij naar groep 8) is vanwege zijn hoogbegaafdheid al een keer van basisschool gewisseld.
Een ander ouderpaar zocht nog naar antwoord op waarom het bij hun hoogbegaafde kind in het voortgezet onderwijs mis ging.
Waarop liepen hun getalenteerde kinderen vast?
Ik dacht aan de 7 uitdagingen in het onderwijs voor hoogbegaafde kinderen en vertelde ze daarover.
De 7 uitdagingen zijn onderzocht en beschreven door Tijl Koenderink (o.a. de oprichter van het opleidingsinstituut voor hoogbegaafdheid Novilo) in zijn boek ‘De 7 uitdagingen.’

Getalenteerde leerlingen hebben soms gerichte ondersteuning nodig in onderwijs. Ondanks hun grote cognitieve begaafdheid, lopen ze met regelmaat vast.
Hoe kom je erachter waar het misgaat opdat je als leerkracht ook weet wat er te repareren is?
De 7 uitdagingen bieden je praktische handvaten waarmee je onderzoekt welke uitdaging een leerling vooral belemmert. Indien meerdere uitdagingen zich aandienen, zul je ook meerdere uitdagingen aan moeten pakken.
Soms is dit goed uitzoeken een taak die een intern begeleider of een remedial teacher op kan pakken, soms kan de leerkracht dit zelf onderzoeken.
Vaak bestaat de oplossing uit dat je de leerling helpt om iets specifiek te trainen opdat hij of zij die uitdaging(en) te boven leert komen.
Overigens zijn deze uitdagingen niet alleen voorbehouden aan kinderen, ook volwassenen kunnen ermee kampen. In mijn praktijk werk ik regelmatig met hoogbegaafde volwassenen aan het overkomen van de uitdaging overtuigingen, motivatie, samenwerken of juist zelfstandig werken. Lees dit stuk dus behalve voor je kind ook voor jezelf of voor die hoogbegaafde volwassene die jij erin herkent.

Wat zijn de 7 uitdagingen in het onderwijs voor cognitief getalenteerde kinderen?

1. Overtuigingen. Overtuigingen leggen de basis voor je gedrag. Bijvoorbeeld: als je gelooft dat intelligentie aangeboren en niet verder te ontwikkelen is, dan zul je je beperken tot kennis die je al hebt en nieuwe leerervaringen uit de weg gaan. Opmerkingen als: ‘Ik kan dit gewoon niet. Iedereen weet dat ik niet goed ben in techniek!’ (na 1 keer een onvoldoende behaald te hebben), zijn typerend voor deze uitdaging.
2. Geheugen. Hoogbegaafden leren via de begripsroute (via het mensenbrein) en niet via de geheugenroute (zoogdierenbrein). Als je almaar alle kennis begrijpt, maar niet opslaat, dan train je je geheugen niet. Tafels bijvoorbeeld leer je door te herhalen en veel te oefenen, niet door te begrijpen. Veel HB kinderen blijven razendsnel 8+8+8+8 uitrekenen waardoor het lijkt alsof ze de tafel van 8 hebben geautomatiseerd, maar eigenlijk rekenen ze nog steeds via de begripsroute.
In het VO merk je dit bijvoorbeeld wanneer een kind Latijn/Duits of Frans moet gaan leren en daar laag op scoort omdat het niet heeft ‘leren leren’. Het kind snapt niet hoe je moet leren want het begreep altijd alles ‘gewoon’ of keek een keer naar topografie, onthield het plaatje en scoorde altijd goed op alle toetsen. Het geheugen en geautomatiseerde kennis binnen dat geheugen heeft zich matig ontwikkeld.
Ons geheugen werkt als een spier die je moet onderhouden anders breekt hij af. Gelukkig kun je je geheugen trainen.
3. Motivatie. Als je zonder enige moeite altijd hoge cijfers scoort, waarom zou je je dan ooit inspannen voor iets? Veel leerstof wordt als saai ervaren of gelabeld, zelden komt er iets langs waar jij als HB’er je tanden in kunt zetten. School wordt een ‘moetje’ in plaats van een plek waar je iets nieuws kunt leren. Dat leidt tot stilstand, apathie en in het ergste geval tot depressie. Als leerkracht merk je dat een leerling er niet uithaalt wat erin zit, er verveeld bij hangt.
Goed nieuws: ook deze uitdaging is stapsgewijs te overkomen.
4. Frustratietolerantie. Een hoogbegaafde leerling goed op niveau leerstof aanbieden, is erg lastig. Ofwel het is te makkelijk, ofwel ze moeten er een beetje hun best voor doen (wat ze nooit eerder hebben hoeven doen) en direct wordt het als te moeilijk benoemd en afgewezen. Boekjes worden rond gesmeten, toetsen niet ingevuld, er wordt gezucht en gesteund en elk plan van de leerkracht wordt geweigerd.
Je ergens voor inzetten, kennen veel HB’ers niet. Doorzetten om het doorzetten, zonder beloning, kennen ze ook niet. Wat (nog) niet is, kan geleerd worden.
5. Samenwerken. Als ik het alleen doe, gaat het sneller en haal ik een hoger cijfer. Dat is vrij typisch voor een hoogbegaafde leerling. Als hoogbegaafde werknemer heb ik vroeger zelf vaak gedacht: ‘Laat mij het maar alleen doen, dan komt het goed en wordt het beter dan wanneer ik dat met anderen doe die hier minder bedreven in zijn.’
Als dat je uitgangspunt is en je houdt daaraan vast, dan ontwikkel je de vaardigheden die bij samenwerken horen niet. Die vaardigheden zijn nodig in het leven. In je eentje ga je immers mogelijk wel sneller, maar samen kom je verder (of tot een ander resultaat dan je in je eentje had kunnen bevroeden).
6. Zelfstandig werken. Als alles makkelijk is en je altijd in een paar minuten klaar bent, dan is het je langere tijd concentreren een probleem. Vaak zie je dat deze kinderen moeilijk aan een taak beginnen of voortdurend aandacht vragen aan de leerkracht. Daar liggen verschillende oorzaken aan ten grondslag zoals:
-Te weinig uitdaging dus is deze leerling verveeld geraakt en komt hij niet meer tot actie.
-Het kind heeft thuis voortdurend direct aandacht gekregen bij elke vraag/verzoek die hij/zij had.
-Vanwege meteen iets kunnen, heeft de leerling niet geleerd om door te zetten.
-Het kind is perfectionistisch en heeft last van faalangst dus wil alleen iets doen of opschrijven als hij/zij 100% zeker weet dat dat het goede antwoord is.
-De leerling leidt aan paralysis by analysis (je brein raakt oververhit en blokkeert door aanzwellende analyse van de vraag).
Al deze oorzaken kunnen leiden tot een gebrek aan zelfstandig kunnen werken.
7. Hiaten. Gaten in je kennis. Onze zoon bleek ernstige rekenhiaten te hebben. Zo had hij moeite met staartdelingen, breuken, percentages berekenen, meten. Door de versnelde uitleg en doordat hij zelf zijn rekenwerk na moest kijken, ontdekte school dit pas na 2,5 jaar.
Hij had niet aangegeven iets niet te begrijpen want ik citeer: ‘Dat doe je niet. Straks denken ze nog dat ik dom ben.’
Daar de helft van zijn klas dezelfde achterstanden bleek te hebben, dachten andere kinderen daar mogelijk hetzelfde over.
Een ander hiaat kan bijvoorbeeld zijn dat een leerling niet heeft leren spellen. Mogelijk is deze leerling een klas versneld waardoor bepaalde spellingsregels overgeslagen zijn en heeft het kind niet aan de bel getrokken toen bleek dat het bepaalde stof nog niet beheerste. Of doordat veel getalenteerde leerlingen snel afgeleid zijn door iets dat toch net even interessanter is dan de uitleg van de leerkracht, missen ze bepaalde uitleg en kennis.

Dit zijn de 7 uitdagingen.
Het is belangrijk dat je ontdekt waar het precies misgaat bij jouw kind of bij jouw leerling. Soms gaat het op meerdere uitdagingen mis, dan begin je met het trainen van de uitdaging die het vaakst (de meest dominante) lijkt voor te komen. Als die goed op de rit is, dan ga je aan de slag met de volgende uitdaging.

Voor alle uitdagingen in het onderwijs aan cognitief getalenteerde leerlingen, zijn oplossingen voorhanden.
Deze oplossingen staan helder en praktisch omschreven in het boek De 7 uitdagingen van Tijl Koenderink.
Dit boek is absoluut een aanrader als je in het PO of VO met hoogbegaafde leerlingen werkt.
Het uitgangspunt van elke oplossing is dat je eerst samen met de leerling aan de slag gaat en vervolgens de leerling stapsgewijs loslaat opdat hij/zij zich zelfstandig hier verder in kan ontwikkelen.

Thuis begeleiden wij onze zoon bij het wegwerken van zijn rekenhiaten. Ook de uitdaging motivatie is er één die zijn leerkrachten samen met hem hierna zullen moeten tackelen.
Eenmaal goed getraind, kunnen deze leerlingen vleugels krijgen en gaan. Laat je kind of leerling niet aanmodderen, maar zoek hulp bij je leerkracht of bij de intern begeleider. Alles is te leren, ook op latere leeftijd nog.
Gelukkig maar.

Back To Top