Hoogbegaafd. En dan?
Is dat een feest? Goed? Fijn? Gaat alles moeiteloos?
Absoluut niet. Verre van.
Toen ik me voor het eerst in hoogbegaafdheid verdiepte enkele jaren geleden, begon ik langzaamaan een deel van mezelf te begrijpen. Te verstaan. Via mijn kinderen. Wat bieden zij een goede spiegel. Dat geldt uiteraard niet alleen voor ouders van hoogbegaafde kinderen, elk kind leert zijn ouders waardevolle lessen. Zo ook de mijne.
In een leven vol keuzes tot zelfontplooiing waren er toch altijd wat schaduwgebieden in mezelf die ik niet kon plaatsen. Die ik niet kon verzachten, niet kon omarmen.
En daar kwam dat label om de hoek, hoogbegaafd.
Mijn kinderen wel te verstaan en die hebben natuurlijk helemaal niets met mij te maken.
Ik heb er wat over af gegrapt. Met mijn afkomst moest ik minimaal gemuteerd zijn of geadopteerd of anderszins bij elkaar zijn gekleid. Nee, van mij hadden ze het niet.
Ik had het woord nog niet uitgesproken of mijn pad was geplaveid met hoogbegaafde mensen. Volwassenen en kinderen. Zat ik in het vliegtuig raakte ik in gesprek met een buurman met gifted children. Dat overkwam me ook in de trein, in de Albert Heijn, bij restaurants en in de fietsenstalling bij het station.
Op borrels, verjaardagen en op mijn werk bleek ineens iedereen hoogbegaafd te zijn.
Als je bedenkt dat 2 tot 3 procent van de bevolking hoogbegaafd is, ben ik die 3 procent de afgelopen jaren ergens wel tegengekomen.
En heel langzaam, echt heel langzaam begon ik in te zien dat mijn onvermogen mezelf te accepteren en de ander tot normaal te bombarderen niet meer verfoeid moest worden, maar dat dat ook daadwerkelijk was hoe het is. De ander is normaal (voor hoever iemand normaal kan zijn want wie bepaalt wat dat is?) en ik ben dat niet. En misschien was ik wel veel liever normaal geweest.
Wauw, hoe moet dat dan wel niet voor mijn kinderen zijn? Ik ben 44 en zij zijn 6 en 10, hoe moet de wereld dan wel niet bij hun binnenkomen?
En hoe moet ik wel niet bij hun binnenkomen? Ik denk aan zestien dingen tegelijk, leg overal verbanden tussen, denk oneindig door, voorzie ieders gedrag nog voordat er 1 handeling is verricht. Multitasking, ik begrijp niet eens waarom iemand daar moeite mee zou hebben.
Mijn hoofd staat nooit stil. Ideeën dienen zich dag en nacht aan. Alles voelt intens.
Het is een wonderlijke wereld om in te verblijven ondertussen aan het werk, bellend, kokend of aan het voetballen met mijn kind.
Rust. Daar word ik een beetje misselijk van.
Hoe verpletterend moet dat wel niet zijn voor die jonkies? Mijn puppy’s waar ik liefdevol voor moet zorgen? Die ik op de een of andere manier groot moet brengen. Zelfverzekerd, creatief, zorgzaam, authentiek moet laten floreren. Wat moet je met een moeder die zo denkt, zo raast en zo voelt?
Perfectionisme, een nagel aan mijn doodskist.
De perfecte moeder bestaat niet, hoewel mijn vriendin daar wel akelig dicht bij in de buurt komt.
Mijn dochter vindt mij de allerliefste en mijn zoon houdt 99% van de tijd van me en 1% van de tijd vindt hij me irritant. Een procent maar 😉
Blijkbaar doe ik dan toch veel goed en goed is beter dan perfect.
Hoogbegaafd zijn, is niet perfect zijn. Het is wel anders zijn en daarmee bijzonder zijn.
En laat ik nou net houden van bijzondere mensen.
Hoe ontdekte jij dat je hoogbegaafd bent en hoe heb je dat toen ervaren?
Ik ben benieuwd.
Laat je een reactie achter?