Hoogbegaafd. Hoezo is dat bijzonder?

Afgelopen week hoorde ik het mezelf te vaak uitleggen aan mensen die vragen stellen, die geen vragen zijn, maar oordelen. Mijn leven lang kom ik ze al tegen. Voorheen ging het niet over hoogbegaafdheid, maar over al het andere dat jou mens maakt. Mensen vinden zo veel. Oordelen zo vaak en steunen eigenlijk heel veel minder. Vreemd is dat want als je ons direct zou vragen een keuze te maken tussen over iemand oordelen of iemand steunen, verwacht ik dat het merendeel voor iemand steunen zou kiezen.
Deze week spande de vriend van een vriendin de kroon. Hij vroeg me het hemd van het lijf. Dat ging ongeveer zo. ‘Hoezo zouden hoogbegaafden meer problemen hebben dan anderen? Ze hebben toch zeker niet meer uitdagingen, maar juist veel meer voordelen. Hun leven is makkelijk. Ze kunnen alles op hun sloffen. Je kunt wel alles als probleem zien dan. Dat is een foute gedachte van jou, Danielle. Het is echt niet zo dat een negatief zelfbeeld of zelfs een depressie door hoogbegaafdheid kan ontstaan. Kom op! Onzin om ze in aparte klasjes te zetten. Dat zou iedereen wel willen een bijzonder klasje met extra aandacht. Daar ben ik het dus totaal niet mee eens. Wat zegt dat nou 20 IQ punten boven normaal? Of 30, of 40? Boeien. Hoezo maak jij daar eigenlijk je business van? Daar is toch helemaal geen werk in?’
Hence why I like to meet my friend alone.

Het ding is, dit idee begint en eindigt niet bij de partner van mijn vriendin. De vooroordelen over hoogbegaafdheid zijn legio. Dat is 1 van de redenen dat ik besloot om te investeren in het verspreiden van kennis over hoogbegaafdheid, ook als het publiek lastig is. Misschien kun je er dan begrip voor opbrengen. En wat menselijkheid. Zeker daar waar het om kinderen gaat.

Gelukkig zijn er allerlei voorbeelden van gelukkige en succesvolle hoogbegaafde kinderen en volwassenen. Degenen die ik in mijn praktijk krijg, zijn dat helaas niet. Gezien de resultaten van onderzoeken en de groei van hulpverlening aan hoogbegaafden, gaat dat om een flink aantal.
Ik ontmoet hoogbegaafde kinderen die kampen met een zeer negatief zelfbeeld. Daarnaast komen ze met leerproblemen zoals een verlies van motivatie omdat ze niet -nooit niet- gevoed worden met informatie op hun leerniveau. Kinderen met hersenen die groot en hongerig aan staan en razendsnel willen verwerken, verschrompelen als er geen nieuwe informatie komt. School wordt een totale deceptie. Dit leidt tot onder meer onderpresteren. Aanpassen aan het niveau van alle anderen in de klas. Een duidelijk signaal dat er voor jou geen plaats is in het onderwijs.

Velen hebben de hardnekkige overtuiging ontwikkeld dat ze dom zijn of gek. Als je altijd doordenkt bij elke vraag, dan zie je vaak het voor de hand liggende antwoord niet. Zo’n kind kan niet geloven dat dat het antwoord op de vraag is. Dat is gewoon te makkelijk. Cito’s worden met regelmaat slecht gemaakt. ‘Bij een aantal vragen stond het antwoord gewoon al op het plaatje. Dat heb ik niet ingevuld want zo makkelijk kan het niet zijn. ‘
Bepaalde denkstappen worden overgeslagen waardoor dat geregeld bij bijvoorbeeld rekenen tot een probleem leidt omdat ze te snel gaan en alles op begrip i.p.v. geautomatiseerd doen. Zaken zoals staartdelingen of breuken worden beredeneerd i.p.v. stap voor stap uitgewerkt. Meestal zijn hoogbegaafden (kinderen en volwassenen) hoog sensitief wat leidt tot overprikkeling. Dat uiten ze in hun gedrag en in hun emoties. Alles wat je bij anderen ziet, hoort en voelt en wat je bij jezelf ziet, hoort en voelt verwerk je op een veel dieper niveau. Het lukt je niet om prikkels buiten te houden. Dit maakt je doodmoe, boos, huilerig, je trekt je terug of moet juist regelmatig een potje gillen. Gedragsprobleem noemt men dat dan in de reguliere GGZ. Dat vind ik zelf nogal een label voor iets heel verklaarbaars. Veel hoogbegaafden hebben last van een of meerdere zintuiglijke overprikkelingen zoals geluid, (kunst)licht, kleding labels, naden van sokken, kou of warmte, geuren, texturen van voedsel et cetera. Best een uitdaging om daar een goede vorm voor te vinden zodat je daar zo min mogelijk hinder van ondervindt.
Tel daarbij op dat hoogbegaafden perfectionistisch zijn, geregeld faalangstig en zeer kritisch (vaak ook op zichzelf) dan zie je ineens op hoeveel eigenschappen het mis kan gaan. Ik sprak een jongen van 8 die niet meer wilde leven. Daarna volgde een andere jongen van 10 die ook niet meer verder wilde. Ik wist voorheen niet eens dat dat bestond. Ik ontmoet kinderen met een minderwaardigheidscomplex. Meisjes van 10 die niet meer naar school gaan wegens gestapelde leerproblemen en het handelingsonbekwaam zijn van scholen. Dat is allemaal problematiek om van te janken. De groep van hoogbegaafde drop outs is zo groot. Zo schrijnend. Bedenk eens wat dat met een kind doet. Jij mag niet meer mee doen in ons leersysteem. Het kind denkt alleen maar dat zij het probleem is en heeft dat haar hele schoolgaande leven al als boodschap gehoord. Niet raar dat zo’n meisje nergens meer zin in heeft en denkt dat ze niets waard is.

Hoogbegaafde volwassenen hebben eerder autoriteitsproblemen, belanden vaker in een bore out of een burn out. Als je altijd veel harder gaat dan de rest en heel veel eerder oplossingen aandraagt, maar niemand reageert daar goed op, dan loop je leeg. Je geeft alles, maar je ontvangt niets of je ontvangt alleen maar weerstand en kritiek. Je gaat nog harder rennen want jouw meetlat zegt dat je het nog beter moet doen, het is nog niet goed genoeg en dat ligt aan jou. Rennen met die hap, gewoon doorgaan. Totdat je tegen die muur rent en omvalt. Genoeg hoogbegaafde volwassenen zijn erg onzeker of eenzaam. Iedereen wil erbij horen, maar als jouw cluppie uit 2,3% van de bevolking bestaat, tja, dan kom je jouw cluppie zelden tegen. Dan blijf jij je toch die outcast voelen.

Natuurlijk hebben deze eigenschappen ook veel voordelen. Absoluut. Zoals ik al zei zijn er gelukkig genoeg hoogbegaafden waarmee het prima gaat. Ik ben zelf heel blij dat ik nu eindelijk weet dat ik hoogbegaafd ben, dat bepaalde dingen daar vandaan komen. Ik zie welke opbrengst onze hoogbegaafdheid ons gezin brengt. Fantastisch gewoon, maar eenvoudig is het niet. Voor die groep hoogbegaafden waarmee het om begrijpelijke redenen niet goed gaat, moet goede hulp voor handen zijn. Hulp van mensen die gespecialiseerd zijn in hoogbegaafdheid en die begrijpen wat dat is en hoe dat voelt. Het is namelijk heel specifiek en bijzonder. Daarom heb ik me toegespitst op hoogbegaafde kinderen en volwassenen omdat daar nog veel te weinig passende hulp voor is. Because I care.

Beste lezers, als ik jullie vraag te kiezen tussen een ander veroordelen of een ander steunen, kies dan voor steunen. Steun kan heel veel problemen voorkomen. Steunen kunnen we allemaal. Elk hoogbegaafd kind heeft een mentor nodig gedurende het opgroeien. Iemand die hem regelmatig ziet, hoort, begrijpt en steunt en laat zien hoe oneindig zijn mogelijkheden zijn. Elke hoogbegaafde volwassene heeft een vriend of vriendin nodig die hem begrijpt en steunt, waarbij hij anders mag zijn en trots mag zijn op wie hij is. Misschien ben jij wel die mentor of die vriend. Voorkomen is beter dan genezen.
Let’s join hands.

Back To Top