‘Wat ben je alleen.’
Ze huilt. Hapt naar adem. Dat is precies hoe het voelt. (K)oude grond.
Ze wil iets ontdekken over haar patroon van terugtrekken, vermijden, afsluiten. Uiteindelijk ontploft ze en voelt: ‘Stik er maar in.’
Dan loopt ze weg.
‘Ik krijg niet helder waarom dit elke keer gebeurt als ik een relatie met een man krijg.’
We stellen het op.
-Vader. Onbereikbaar.
Dominant.
Veel woede en verdriet.
Gemis.
Een dikke muur tussen hem en anderen.
-Grootvader.
Boos. Dominant. Agressief. Afgesloten. Gemis.
-Overgrootvader. Dezelfde ervaringen.
Mannen die veel leerden over het alleen moeten doen en weinig leerden over samen.
Zo is het doorgegeven.
Het is niet haar bagage.
Al leek dat wel zo.
Het is van hem.
Haar toekomstige vriend krijgt plek in de opstelling.
In contact met hem, trekt ze zich direct terug. Verhard. ‘Ik voel mijn muur.’ Het land van alleen.
Zeg hem: ‘Als ik jou zie, moet ik eerst langs de ogen van mijn vader.’
Ze spreekt. Knikt dat dat zo is.
‘Kijk naar je vader en zeg hem: jouw plek is daar op de vadersplek. Zijn plek is hier naast mij. Er is een plek voor jou en er is een andere plek voor hem.
Jij daar. Hij hier.’
Ze spreekt.
Daarna blijft ze lang stil.
Haar wangen krijgen kleur.
Een glimlach rond haar lippen.
‘Wat gebeurt er nu in jou?’
‘Ik voel dat alles hier -ze wijst naar haar romp- opent. Zo is het. En ik wil leren over het land van samen. Ook al ken ik dat nog niet zo goed.’
Ik vraag haar om in haar woorden vanuit innerlijke beweging alles wat ze uit liefde voor haar vader draagt, aan hem terug te geven.
Dat doet ze zo puur. Zo doordrongen en helemaal vol rust en emotie.
Schitterend. 🙏🏻
‘Hoe voelt het nu?’
‘Veel lichter. Stabieler. Opener. ‘
Ze huilt. ‘Ik wist niet eens meer dat ik huilen kon.’
Wat vastzat, ontdooit en vindt een nieuwe plek.
Ze is dankbaar en ik ben dat ook.
Samen leren we van elkaar.
Prachtige vrouw.