Jarenlang werkte ik met kunstenaars, met toptalent.
Acteurs, regisseurs, dansers, choreografen, talentklassen, musici. Scenaristen, schrijvers, componisten, presentatoren.You name it. 19 jaar lang om precies te zijn.
Van vooropleiding tot aan het pensioen.
Bij televisie, film, theaterproducenten, op het conservatorium en aan de Academie voor Theater en Dans.
Ik bouwde mee aan hun projecten, deed duiten in het zakje om hun talent te laten floreren, stelde hun belang altijd boven het mijne.
Talent is bijzonder, een cadeau. Dat moet je koesteren en ervan genieten. Ook als het talent van de ander is.

Samen zorgden we voor goede arbeidsomstandigheden of voor goede vooropleidingen, voor uitdagende stages, voor nieuwe programma’s, voor audities bij het gezelschap van hun dromen, voor maatwerk op kunstopleidingen opdat talent alle ruimte kreeg.
Iedereen wist dat dat keihard werken was.
Met talent alleen, red je het niet.
Je hebt inzet nodig en strategie en een berg andere mensen waar jij boven uit stijgt.

Ik werkte o.a. samen met de vooropleiding van Ajax om van elkaar te leren hoe je toptalent nog beter kunt begeleiden. Bleek dat -in die tijd- de vooropleiding van de Nationale Ballet Academie (van ons ;-)) meer trainingsuren per week had dan de spelers van jong Ajax. Wat een verrassing!
Het waren ongelooflijk interessante jaren waarin ik met de meest uiteenlopende en fascinerende mensen heb mogen werken, jong en oud.

Je moest je onderscheiden, je moest individueel begeleid worden tijdens je (voor)opleiding, je moest alles wat in je zat te schreeuwen om eruit gelaten te worden, de ruimte geven omdat dat tot de meest prachtige creaties leidde.
Nog steeds volg ik met diep respect en een grote glimlach veel kunstenaars waar ik ooit mee heb gewerkt in alles waar ze nu mee bezig zijn.

Talent zit van binnen en zal altijd blijven dringen en roepen, ook als verdrietig genoeg corona zo’n beetje de hele kunst- en cultuur sector om zeep helpt.

Waarom deel ik dit met jullie?
Omdat iets me niet loslaat. Al twee weken niet.
Toen ik al die jaren met talent werkte en ten dienste van hun probeerde om dat wat niet mogelijk leek, mogelijk te maken, was er namelijk niemand die zei:
‘Dans maar liever wat minder goed. Dan pas je beter in de groep.’
Of: ‘Schreeuw maar niet van de daken dat je bij Toneelgroep Amsterdam gaat werken. Straks denken ze nog dat je jezelf beter vindt dan de rest.’
Of, ook een ‘goeie’: ‘Zeg maar niet dat je talent hebt, doe maar gewoon normaal. Dat is al gek genoeg.’
Niemand. Godzijdank!

Nu ik met cognitief talent werk, hoor ik zo’n beetje niets anders. Van de leek, laten we wel zijn, van andere talentbegeleiders of van hoogbegaafden zelf, hoor ik dit uiteraard niet of heel weinig.
De leek vindt dat je je mond moet houden over hoogbegaafdheid. Daar maak je geen goede sier mee.
Daarmee zeg je, vindt de leek, dat jij beter bent dan de ander. Dat de ander minder slim is dan jij. Dat is kwetsend en kwetsen dat doe je niet. Arrogant is het ook en o wee, als je je kop boven het maaiveld uitsteekt.
Dodelijk vermoeiende, kul argumenten.

Twee weken geleden luisterde ik naar een podcast over hoogbegaafdheid. Iemand die ik waardeer werd geïnterviewd. Zij deed dat professioneel. De presentator, die nota bene een hele reeks maakt over hoogbegaafdheid, deed dat ook.
De presentatrice, daar had ik het minder mee. Het ging over passend onderwijs voor hoogbegaafden.
Zij kreeg jeuk van het woord plusklas. Een plusklas, alsof je meer waard was dan een ander. Dan vroeg je toch om problemen. Nee, het woord plus maakte haar allergisch en dat je iemand die hoogbegaafd was een plus gaf en een ander niet, was niet te verkopen. Ze kwam daar nog enkele keren ietwat honend op terug.
Ik begreep dat de presentatrice werkzaam was binnen het VO.
Dan vervliegt mijn hoop op passend onderwijs in de klassen waarin iemand met die opinie lesgeeft.

Razend word ik ervan. Dat je niet mag zijn wie je vanaf je geboorte bent, niet mag leren op het niveau waarop jij leren kunt en wilt. Dat je je voortdurend moet aanpassen aan de vertraging van alle anderen. Dat je je niet mag onderscheiden omdat de ander daar niet mee uit de voeten kan of last van heeft.
Je hebt als hoogbegaafde een cognitief talent.
Het betekent onder andere dat je in potentie iets veel beter kunt (mits goed begeleid) dan een ander en daarmee een verschil kunt maken in de wereld.
De wereld waar die ander die niet dat cognitieve talent heeft (maar ongetwijfeld wel een ander talent heeft) deel van uitmaakt en dus profijt van zal hebben.
Hoe mooi is dat dat er zulke cognitief getalenteerde mensen bestaan?
Doe er als samenleving je voordeel mee.

Waarom is talent in de kunsten en in de sport wel geaccepteerd en vinden we daar al jaren oplossingen voor passend onderwijs en levert cognitief talent zoveel negatieve reacties op? Bizar.
Ik kan er niets mee.

Wat mij betreft worden er veel te weinig hoofden boven het maaiveld uitgestoken waardoor talent helaas verloren gaat.
Gelukkig heb ik in die 19 jaar gezien dat het anders kan en hoe het anders kan.
Laat ze maar praten die oordelende mensen.
Het zegt alles over hun en niets over jou of jouw talent.

Show them what you got.

 

 

Back To Top